Vertalingen have something to eat EN>NL
to have something to eat | eten (ww.) ; gebruiken (ww.) ; laven (ww.) ; lessen (ww.) ; nuttigen (ww.) ; oppeuzelen (ww.) ; tegoed doen (ww.) |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `have something to eat`

Voorbeeldzinnen laden....